Veel is ons van de heilige Georgius niet bekend.
Zijn naam is bij velen beter bekend onder zijn Nederlandse naam: St.-Joris en wordt meestal afgebeeld met een draak.
Hij werd geboren in Cappadocië;
een landstreek in Klein-Azië, Turkije.
Rond het jaar 303, tijdens de vervolging door keizer Diocletianus in Palestina, vond hij, tegelijk met andere geloofsgenoten de marteldood.
(Waarschijnlijk te Lydda, het huidige Lod.)
De ridderfiguur van Sint Joris heeft altijd een bijzondere verering genoten.
Richard Leeuwenhart stelde hem aan tot patroon van de kruisvaarders en de nationale synode van Engeland verklaarde hem in het jaar 1222 tot patroon van Engeland.
Mogelijk dat deze strijdbaarheid ook voor de Heer van Almelo een reden was de burchtkapel te vernoemen naar de heiligen Georgius en Mauritius.[/column]
Mauritius werd in de derde eeuw in Egypte geboren.
Hij behoorde tot het zogenaamde “vreemde legioen” van de Romeinse legers.
Na de reformatie, toen de katholieken in Almelo weer een eigen kerk mochten bouwen, werd de Heilige Georgius de patroon van de parochiekerk.
(In de volksmond Sjors genoemd.)
Bij de fusie van de St.-Georgiusparochie, de St.-Jozefparochie en de St.-Paulusparochie in 2010 werd als fusienaam St.-Joris gekozen. Deze naam herinnerde ook aan de voormalige St.-Jorisschool van de St.-Jozefparochie.
Ook de katholieke verkenners hebben de strijdbare martelaar tot patroon gekozen.
De best bewaarde legende over de heilige Joris is die met de draak.
In die tijd werd het land door een draak getiranniseerd. Dagelijks verslond hij twee schapen, die hem geofferd werden zodat hij zich rustig zou houden. Toen de laatste schapen verslonden waren eiste de draak mensenoffers. Na loting viel het lot op de dochter van de koning. In bruidskleren trad zij haar dood tegemoet. Maar St.-Joris viel de draak aan met een lans en verwondde hem. Hij beloofde de koning en het volk de draak te doden als iedereen zich door hem zou laten dopen. Toen koning en volk akkoord gingen doodde hij het ondier en op die dag lieten zich 15.000 mensen dopen.
In 305 werd de heilige Joris gevangengenomen. Hij werd gefolterd op een rad en in ongebluste kalk gelegd. Hij liep echter geen letsel op. Onder de indruk van dit wonder liet de keizerin zich dopen. Omdat zij zich tot het christelijk geloof bekeerde werd ze samen met St.-Joris op de toren van de stadsmuur van Lod onthoofd.
De feestdag van St.-Georgius is 23 april.